Januari 2004
Teneinde het verloop van het faillissement beter te begrijpen, past het te herhalen dat op het ogenblik van de afstapping van het faillissement die plaatsvond op het einde van de namiddag van 7 november 2001 en tijdens de nacht die daarop volgde, de curatele, op basis van de gegevens die haar werden meegedeeld door het management, de beslissing heeft moeten nemen om een deel van de activiteiten van de onderneming verder te zetten, daarbij rekening houdende met de belangen van al de betrokken partijen, te weten:
Deze beslissing was des te meer delicaat daar een discontinuïteit tot de volledige verlamming van bijna alle activiteiten op de luchthaven te Zaventem kon leiden.
Het verderzetten omvatte alle activiteiten (met uitzondering van het luchttransport) waaronder de drie departementen ground handling, catering en cargo, tot 30 september 2002 en kon plaatsvinden dankzij maandelijks verlengde toelatingen van de rechtbank van koophandel te Brussel.
Door het verderzetten van deze activiteiten werd, in België en in het buitenland de tewerkstelling van +/- tweeduizend (2.000) werknemers behouden, los van de banen bij de exploitatiebedrijven op de site van Zaventem, nu deze hun eigen activiteiten hebben kunnen voortzetten en niet te lijden hebben gehad onder een eventuele onderbreking van de activiteiten.
Het verderzetten van de activiteiten heeft onder andere toegelaten:
In deze context zou de discontinuïteit enkel de overdracht van de roerende goederen - meer bepaald in essentie het materieel, het gereedschap en de stock - aan vereffeningswaarden toegelaten hebben; Ook de onroerende goederen zouden enkel in discontinuïteitswaardes kunnen verkocht geworden zijn. Hierbij dient gepreciseerd te worden dat - wat de site te Zaventem betreft- BIAC de eigenaar is van de grond die ze concessie heeft gegeven aan SABENA. De onderbreking van de activiteiten zou, door de ontbinding van het concessiecontract, dan ook geleid hebben tot het verlies van de waarde van de onroerende goederen die SABENA op de grond van BIAC heeft opgetrokken daar waar, in de context van de continuïteit, de bekomen prijs voornamelijk op de onlichamelijke waarden betrekking heeft (de som van de geactualiseerde toekomstige winsten) en heeft toegelaten de voornaamste door SABENA gerealiseerde investeringen te recupereren.
Het personeel dat aan de slag is gebleven na het faillissement werd overgenomen bij de overdracht van elk departement (bedrijfstak).
Daarnaast werd er opnieuw personeel aangeworven door de curatele met het oog op:
Deze overnameprocedures werden tot een goed einde gebracht op 30 september 2002.
Gelet op...
...heeft de curatele, op verzoek van de betrokken partijen en na intens overleg met de syndicale organisaties en de vertegenwoordigers van het Fonds de taak op zich genomen om, voor alle werknemers die voor 1 euro provisioneel een schuldvordering hebben ingediend ter griffie een voorstel tot afrekening van hun schuldvordering op te stellen.
De informatica infrastructuur zoals die – meer dan 20 jaar oud - bestond op datum van het faillissement, was niet in staat om deze taak naar behoren uit te voeren; haar vervanging was reeds lang voor het faillissement voorzien maar de tussenkomst van het faillissement heeft deze vervanging doorkruist.
De curatele heeft deze situatie als volgt aangepast.
De curatele heeft met de bestaande informatica zelf een voorstel van afrekening opgesteld voor iedere werknemer die een voorlopige aangifte van schuldvordering had ingediend ter griffie. Deze afrekening werd opgesteld op basis van parameters besproken en overeengekomen met de vakbonden en het Sluitingsfonds. Na discussie en desgevallend akkoord van de werknemer heeft de curatele gewaakt over de opname van de vordering in het passief en het afleveren van de documenten met het oog op de tussenkomst van het Fonds.
Aan het Fonds werden niet alleen de nodige documenten afgeleverd maar ook informaticabestanden die de behandeling van de gegevens en een nagenoeg onmiddellijke tussenkomst van het Fonds van de aan de werknemers te betalen bedragen hebben toegelaten.
Deze gegevensbestanden worden niet alleen gebruikt voor de betaling, maar laten ook toe iedere vraag tot inlichting van de werknemer of zijn vertegenwoordiger te beantwoorden in de loop van de afwikkeling van het faillissement en de in de toekomst vereiste documenten af te leveren.
Het is te onderstrepen dat het Sluitingsfonds de curatele in het bijzonder heeft bedankt voor de “goede samenwerking met haar diensten”.
Ter volledigheid moet worden gepreciseerd dat het Sluitingsonds slechts kon tussenkomen na een beslissing van haar beheerscomité dat zich moest uitspreken over de toepassing op de betrokken gefailleerde vennootschap van de wetten van 28.6.1996, 30.6.1967, 12.04.1985 en dat dit slechts mogelijk is na afloop van een wettelijke termijn van zes maanden vanaf de datum van het faillissement, te weten 7 november 2001.
De beslissing van het beheerscomité is tussengekomen op 20 juni 2002.
Op het ogenblik van het faillissement telde de onderneming 8.019 actieve werknemers.
Van deze 8.019 werknemers hebben reeds 7.994 werknemers hun afrekening ontvangen, te weten 99,7 %.
25 moeten nog hun afrekening ontvangen, te weten 0.30 %, cijfer dat zich – op datum van 30 januari 2004 - als volgt verder is op te splitsen:
Gelet op de huidige stand van de vereffening, kan de uitbetaling van een voorlopig dividend maar plaatsvinden na opname ten definitieve titel van de boedelschulden van het gerechtelijk akkoord (supervoorrecht) die hoofdzakelijk bestaan uit leasingschulden van tijdens de periode van voorlopige opschorting waarvan het juiste bedrag nog moet worden bepaald.
De curatele zal bovendien een provisie moeten aanleggen enerzijds voor de werkingskosten van het faillissement en anderzijds voor de niet afgesloten geschillen over o.a.
De schuldvordering van elke werknemer bestaat uit een bevoorrecht en een niet-bevoorrecht gedeelte. In de huidige stand van de vereffening kunnen we reeds bevestigen dat het niet-bevoorrecht gedeelte volledig oninbaar is, tenzij in geval van goede afloop van de aansprakelijkheidsgeschillen en/of vorderingen tot tenlastelegging van het passief zoals die door de curatele werden en nog zullen worden opgestart o.a. in Zwitserland.
Het bevoorrechte gedeelte bestaat voornamelijk uit twee luiken met twee verschillende rangen:
De toekenning van een provisioneel dividend kan in de huidige stand van de vereffening enkel gebeuren in de eerste rang, te weten de rang van artikel 19,3 ° bis Hypotheekwet, d.i. de achterstallige lonen en ontslagvergoedingen.
De curatele heeft verder het Ministerie van Financiën geraadpleegd - door de onzekerheid die heerst in de rechtsleer en de rechtspraak evenals de tegenstellingen in de gangbare praktijk – aangaande de vraag of de bedrijfsvoorheffing die zal worden ingehouden op het toegestane bruto bedrag maar aan het Ministerie van Financiën niet wordt doorbetaald, vooralsnog als verrekenbaar met de eindbelasting zal worden beschouwd in hoofde van de ex-werknemer.
Het Ministerie van Financiën heeft onlangs aan de curatele bevestigd dat deze rechtspraak en vooral de gevolgen ervan worden aanvaard zodat de ingehouden en niet doorgestorte bedrijfsvoorheffing verrekenbaar zal zijn met de eindbelasting verschuldigd door de ex-werknemers.
De voormalige werknemers van de NV SABENA zullen zich voor het overige naar de andere rubrieken op de website richten.
Terzake zijn de objectieven van de curatele:
Het objectief van de curatele is:
De curatele heeft bij haar aanstelling inderdaad verschillende functionele problemen vastgesteld die het onmogelijk maakten
De curatele is op deze functionele problemen gestoten tijdens bezoeken ter plaatse en is vervolgens overgegaan tot het opnieuw samenstellen en overeenstemmen van de boekhouding. Waar nodig heeft de curatele een volledige bijzondere boekhoudkundige eenheid opgericht, die ermee belast werd:
Ingevolge deze operatie worden de lokale boekhoudingen afgesloten, worden de beschikbare fondsen terug naar België gebracht en worden de filialen gesloten.
De curatele zet (indien de belangen van de boedel het vereisen) de geschillen voort die aanhangig waren op datum van het faillissement.
De curatele behandelt eveneens geschillen die aanhangig werden gemaakt na faillissement, zoals onder andere:
De curatele stelt zich waar nodig burgerlijke partij in strafprocedures die hangen voor de rechtbanken.
De curatele heeft er daarnaast over gewaakt de belangen van de massa van schuldeisers te verdedigen wat de vorderingen (zowel kontraktueel als extra kontraktueel) ten aanzien van de Swissair groep betreft.
In de maand januari 2002 is een geschil ontstaan tussen de curatele en de SAirGroup, waarin de curatele de stelling heeft verdedigd volgens dewelke SAirGroup, sedert het tot stand komen van de overeenkomsten in 1996, haar toetreding tot het kapitaal van SABENA, heeft beschouwd als een fusie / opslorping, die er de naam niet van droeg. De SAirGroup heeft zich vervolgens zonder complexen en zonder enige terughoudendheid opgesteld als heer en meester van SABENA, waarbij de "konzernleitung" zwaar tekort is geschoten in de verplichting om de hele gefusioneerde groep te redden, en niet enkel de "Zwitserse" activiteiten.
Het is in dit kader dat de curatele van oordeel is dat SAirGroup een reeks zware fouten heeft begaan die de toepassing van artikel 530 van het Wetboek Vennootschappen verantwoordt.
De curatele heeft erover gewaakt een aangifte van schuldvordering in te dienen in het gerechtelijk akkoord van elk betrokken filiaal van de Swissair groep en hierbij onder meer de toepassing te vorderen van deze wettelijke bepaling in het gerechtelijk akkoord van SAirGroup.
Andere, zowel burgerlijke als strafprocedures worden overwogen in de nabije toekomst.
In de procedures die zijn ingeleid door de Belgische Staat en door aanverwante vennootschappen, en waarin SABENA vrijwillig was tussengekomen, heeft de Rechtbank van Koophandel te Brussel in een vonnis dd. 20 november 2003 onder meer gesteld dat:
De curatele is overgegaan tot een volledige audit van de lopende verzekeringspolissen en heeft met behulp van consultants, onderhandeld om te komen enerzijds het behoud van de gehele of een gedeelte van de dekking en anderzijds een aanzienlijke vermindering van de premies.
Ze waakt erover geleidelijk aan de polissen op te zeggen naarmate de risico's verdwijnen, hetgeen een aanzienlijke opvolging en inspanning vereist.
Deze taak bestaat voornamelijk in de studie en de onderhandeling met de leasingmaatschappijen van de voorwaarden voor de ontbinding (verbrekingsvergoeding, stockagekosten, …), de uitwisseling van motoren, de teruggave vliegtuig per vliegtuig, het nazicht van de finaal voortgebrachte afrekening, en de opname of de betwisting van schuldvorderingen (zie supra) desgevallend ten titel van boedelschulden.
Dit onderdeel veronderstelt de studie, het nauwkeurige nazicht met de betrokken diensten en met de dienst boekhouding, het ondervragen van alle betrokken partijen, het op minnelijke wijze of via een gerechtelijke procedure regelen van betwistingen (zie supra), en de organisatie van de teruggave, zowel in België als in het buitenland.
Een belangrijk onderdeel van de taak van de curatele bestaat in het – tot aan het faillissement vaak verwaarloosde - onderhoud, en zelfs in de vernieuwing van bepaalde onroerende goederen teneinde de economische waarde ervan te behouden en de realisatie ervan te vergemakkelijken waarbij in de overgangsperiode interessante huurgelden kunnen geïnd worden na het hernegociëren van de huurovereenkomsten.
De curatele heeft hieromtrent onderhandeld met de lokale autoriteiten (Schatkist, …).
Ze heeft er onder meer over gewaakt te proberen tot een vergelijk te komen, en bij gebreke aan dergelijk vergelijk de nodige procedures op te starten en/of compensatie-akkoorden te sluiten die ertoe strekken de waarde van de activa te maximaliseren en de passiva te minimaliseren. In de gevallen waar de lokale wetgeving gunstig was, is een lokaal faillissement uitgelokt teneinde zich met succes te verzetten tegen de aanspraken van de buitenlandse schuldeisers.
Het betreft tickets die beweerdelijk niet gebruikt zijn geweest en die telkens het voorwerp moeten uitmaken van een individueel onderzoek teneinde zo min mogelijk beroep te moeten doen op de organismen IATA en BSP. Het nazicht van deze dossiers is nog steeds aan de gang en zal de rekeningen bepalen met de opvolger van de SN code, die borg staat voor de verbintenissen van SABENA ten aanzien van IATA.
Er worden overigens tot op vandaag in Sabena House verkopingen georganiseerd gedurende enkele uren per week teneinde de stock van goederen te realiseren die SABENA gewoonlijk in haar vliegtuigen aan de man bracht, alsook maquettes van vliegtuigen en reproducties van affiches en foto's van het legendarisch verleden van SABENA, …die het mogelijk maken een financiële tegenprestatie te ontvangen mbt de intellectuele rechten van Sabena te verzilveren en waarvan de tot op vandaag bekomen opbrengst het mogelijk heeft gemaakt de kosten van de openbare verkoop te dekken. Bijkomende inlichtingen kunnen worden bekomen op de website.
SABENA is daarenboven eveneens eigenaar van vijf motoren waarvan sommigen verhuurd worden aan voorwaarden die bijzonder voordelig zijn en ruimschoots de kosten overschrijden, in afwachting van betere marktomstandigheden die moeten toelaten deze te koop te stellen.
Deze enkele preciseringen laten toe een objectieve kijk te hebben op de situatie van het faillissement en op deze van de filialen van de groep.
Deze zware taak is enkel mogelijk geweest dankzij het werk en de steun van het door de curatele terug aangenomen Sabena-personeel en van het personeel en het management van de filialen, evenals hun toewijding aan de gemeenschappelijke doelstelling.
De kwaliteit van haar werk heeft toegelaten de eerste en noodzakelijke doeleinden te realiseren, in het bijzonder de behandeling van meer dan 90 % van de dossiers van het personeel van de failliete onderneming met een zeer bemoedigend resultaat vermits de meeste van de reeds onderzochte schuldvorderingen het akkoord van de betrokken werknemers hebben gekregen.
De weinige betwistingen hebben zich beperkt tot materiële vergissingen en/of aan leemten te wijten aan de lezing van bepaalde informaticadossiers.
In deze context en wanneer het sociaal passief volledig vast zal staan, zal de curatele in februaru e.k. de rechters-commissarissen uit te nodigen een aanzienlijk provisioneel dividend te betalen aan de voormalige werknemers van SABENA.
Evenwel heeft de curatele intussen van bepaalde vliegtuig-leasing-maatschappijen, schuldvorderingen ontvangen ter waarde van verscheidene honderden miljoenen euro’s uit hoofde van voornamelijk contractuele verbrekingsvergoedingen voor dewelke zij het voorrecht van boedelschulden (artikel 44 WGA) inroepen.
De curatele is de mening toegedaan dat meer dan 80% van deze vorderingen ongegrond is, en heeft onderhandelingen gevoerd opdat de schuldeisers afstand zouden doen van hun vorderingen. De definitieve opname van een gedeelte van deze schuldvorderingen ten titel van boedelschuld is aan de gang.
De perspectieven van een dividend voor de voormalige werknemers van de NV SABENA maken het voorwerp uit van afzonderlijke informatie op de site.
De curatele zal erover waken de schuldeisers en alle andere betrokken partijen zo regelmatig en zo volledig mogelijk te informeren via haar website www.sabena.com, en dit onafhankelijk van de informatieverplichtingen voorzien in de faillissementswetgeving.
Het college van curatoren